Op een van de vele begrafenissen die Désiré Cordier bezoekt
hoort hij iemand zeggen: “De volgende keer dat wij in onze zwarte impermeabel*
tegader staan, zou het wel eens voor Roza Rozendaal kunnen zijn!!”
Meteen maken we als lezer een sprong terug in de tijd als Désiré beschrijft hoe
hij vroeger bijna met Roza bijna heeft gezoend, maar door eigen lafheid dit
niet heeft doorgezet. In plaats daarvan is hij getrouwd met Moniek en heeft
zijn leven lang vernederingen en gevit geslikt. Nu hij met pensioen is, heeft
hij hier genoeg van. Hier bovenop komt de absolute vernedering waarin zijn
vrouw zijn kinderen vertelt dat hij geen erectiepillen wil slikken en de
mededeling dat zijn oude liefde in de war is en verblijft in Huize Winterlicht. Deze samenloop
doet hem besluiten om dementie voor te wenden.
In het boek wordt beschreven wat hij hiervoor heeft moeten
doen, en welke vernederingen hij in het tehuis moet doorstaan. Zo is er een
grappig stukje beschreven over de manier waarop de verpleging met de bewoners
communiceert, een cynische beschrijving van de begrafenisrituelen en de
omschrijving over verplicht schijten in je bed, omdat je anders niet echt dement
lijkt.
Zij dementie voorwenden lukt trouwens niet bij iedereen. Op
een gegeven moment zit hij te wachten bij de nep-bushalte in de tuin van het
tehuis en vertelt een medebewoner dat hij hem doorheeft omdat hij het er te dik
boven op legt.
Terugblikkend op het boek vond ik het grappig om te lezen. Op
iedere bladzijde heb ik genoten van de Belgische woorden, omschrijvingen die de
hoofdpersoon gebruikt en metaforen. Willekeurig geprikt: “Ook zij bestond voor
zestig procent uit water, en dat moest er die ochtend allemaal langs boven uit,
precies.” ( huilen, blz. 84). Dit soort zinnen maakte dat ik het boek met
plezier las.
Maar, voor mij is dat niet genoeg. Achteraf bezien gebeurt er vrij weinig in het verhaal en heeft het ook niet echt een indruk op me achter gelaten. Het gegeven van dementie voorwenden is grappig en ik heb bewondering voor de consequente uitvoering van de hoofdpersoon. De hoofdpersoon zelf vind ik een slapjanus, een sukkelige kerel die echt op een geen enkele manier iets probeert te maken van zijn leven. Maar ook dat is niet erg, de hoofdpersoon van Tirza vond ik ook een vervelende rotvent, maar het boek vind ik fantastisch. Al met al is mijn eindoordeel: leuk boekje. Punt.
Maar, voor mij is dat niet genoeg. Achteraf bezien gebeurt er vrij weinig in het verhaal en heeft het ook niet echt een indruk op me achter gelaten. Het gegeven van dementie voorwenden is grappig en ik heb bewondering voor de consequente uitvoering van de hoofdpersoon. De hoofdpersoon zelf vind ik een slapjanus, een sukkelige kerel die echt op een geen enkele manier iets probeert te maken van zijn leven. Maar ook dat is niet erg, de hoofdpersoon van Tirza vond ik ook een vervelende rotvent, maar het boek vind ik fantastisch. Al met al is mijn eindoordeel: leuk boekje. Punt.
Dat het boek favoriet is bij mijn zoon en andere leerlingen
in het Voortgezet Onderwijs kan ik goed begrijpen. Het leest lekker weg. Het
was voor het eerst dat mijn oudste zoon een boek had gelezen en mij een tip gaf;
‘deze moet je lezen.’ Dat was voor mij al reden genoeg om dit boek ter hand te
nemen. En in de toekomst misschien een andere van deze schrijver, want toch ben ik nieuwsgierig genoeg geraakt naar
meer boeken van hem. Iemand een tip?
*impermeabel = regenjas ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten