Flaptekst: Gijs is
stomverbaasd als Dietie uit zijn klas ineens speciale aandacht voor hem heeft.
Dietie is stoer, onverschrokken, trekt zich van niemand iets aan en Gijs is...
gewoon Gijs. De normaalste jongen van Veenholten, Drenthe, Nederland. Of toch niet,
als iemand als Dietie bevriend met hem wil zijn? Gijs wordt door Dietie een
geheime organisatie binnengelokt, zó geheim dat hij niet eens weet waar hij aan
meedoet. Pas tijdens zijn eerste nachtelijke missie ontdekt Gijs waar het om
gaat: hij is lid van een dierenbevrijdingsorganisatie. Dieren horen niet in
hokjes, vindt Dietie. Ze horen ook niet doodgemaakt te worden. Ze horen levend
en vrij, allemaal! Het zal wel, vindt Gijs. Hij is niet zo'n actievoerder.
Eigenlijk gaan Dieties acties hem te ver. Maar het leven is ineens wel een stuk
leuker en spannender. Dan komt Dietie met een waanzinnig plan. Zo waanzinnig
dat het niet normaal meer is.
Een nieuw boek van Mariken Jongman. Die wil ik lezen. Ik hou
van haar boeken, waarin kinderen eigenwijs zijn, nadenken en reflecteren op een
leuke manier. Waarin de gedachten van de kinderen gevat worden in virtuoze taal
met grappig woordgebruik. Het taalplezier spat er voor mij af. Ik heb in het
eerste jaar van de opleiding Proza voor Kinderen les gehad van Marike en vond
dat erg inspirerend. Vandaar dat ik nieuwsgierig was naar dit nieuwste boek,
verschenen in 2014.
En het is de schrijfster weer gelukt, om interessante hoofdpersonen
te scheppen. De bazige Dietie die uit een beetje vrijgevochten gezin komt, een
‘verleden’ heeft en met een hoop geheimzinnige acties Gijs voor haar karretje
weet te spannen. En Gijs, de jongen waarbij ‘gewoon’ als het ware op zijn
voorhoofd geschreven staat. Niet opvallend, rustig, vrienden in de klas waar
hij hele gewone jongensdingen mee doet. Tot Diete hem uitkiest voor de
geheimzinnige Klub. Gijs verandert. De verandering die Gijs doormaakt is vooral
te volgen via zijn uitgebreid beschreven gedachten. Gelukkig zit er ook wel wat
‘show, don’t tell’ in het verhaal, wat de verhaallijn van de ontwikkeling van
Gijs levendig houdt. Hij noemt zijn ouders bij hun voornaam, gaat conflicten
met ze aan en ziet ze opeens als ‘die mensen’. Hierdoor is de afstand te merken
die ontstaat naarmate Gijs verandert, zeg maar groeit. Aan het einde van het
boek zijn de rollen tussen Gijs en Dietie omgedraaid.
Tussen het begin van het verhaal en het einde heeft de Klub
een aantal voorvallen meegemaakt in de vorm van acties. En over die acties wil
ik het nog even hebben. Pas op blz 81 wordt het eerste nachtelijke avontuur
beschreven , dat vind ik rijkelijk laat. Tot die tijd volgt de lezer allerlei
geheimzinnige verhandelingen over de toetreding van Gijs tot de Klub. Als ik
deze opbouw bekijk door de ogen van een groot aantal kinderen uit mijn klas,
dan denk ik dat ze allang gestopt zouden zijn met dit boek. Dit is de ervaring
die ik ook heb met het boek ‘Sokkenthee en chocolade’ uit 2011. Omdat ik erg
enthousiast was over dit boek, raadde ik het veel aan aan bij mijn leerlingen.
Maar er is tot nu toe geen kind geweest die dit als lievelingsboek bestempelde.
‘Dat meisje denkt zo lang en ik vind het dan saai. Dit is toch geen fantasie?’
zei een van mijn goede lezers laatst.
Dat je fantasie kunt hebben en dat je gedachten dan met je op de loop kunnen
gaan, is voor sommige kinderen heus wel voor te stellen, maar blijkbaar niet
teveel aan het begin van het boek. Mijn leerlingen haken dan af, wat ik als fan
dan natuurlijk erg jammer vind.
Misschien komt het ook omdat de leefwereld van de hoofdpersonen van het boek vrij ver weg staat van de leefwereld van mijn stadse leerlingen met een andere culturele achtergrond. Ik ben nieuwsgierig of mijn vooronderstelling klopt, maar dit vraagt meer onderzoek en gesprekken over deze boeken met mijn klas. Ik zou het misschien nog beter kunnen vergelijken als het nieuwe boek van Marike zich afspeelt in een stadse omgeving met een iets minder reflecterende hoofdpersoon. Uitdaging voor de schrijfster?
Misschien komt het ook omdat de leefwereld van de hoofdpersonen van het boek vrij ver weg staat van de leefwereld van mijn stadse leerlingen met een andere culturele achtergrond. Ik ben nieuwsgierig of mijn vooronderstelling klopt, maar dit vraagt meer onderzoek en gesprekken over deze boeken met mijn klas. Ik zou het misschien nog beter kunnen vergelijken als het nieuwe boek van Marike zich afspeelt in een stadse omgeving met een iets minder reflecterende hoofdpersoon. Uitdaging voor de schrijfster?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten